14 september 2021 La Catedral de Sal, Zipaquirá

In Zipaquirá, een stadje zo'n 50 km ten noorden van Bogotá, hebben wij vandaag "La primera maravilla" (laten we zeggen : "het mooiste wonder") van Colombia" bezocht. Een zoutmijn die al meer dan 500 jaar bestaat en in 1991 buiten werking is gesteld. Reeds in 1932 begon men in één van de uitgehouwen grotten met het ombouwen tot kapel, vervolgens kerk en toen "kathedraal" (kan eigenlijk niet want er staat er al een op het stadsplein). Een kerk dan maar, onder de grond, beter gezegd in de oude mijnschachten. Zéér indrukwekkend, en als je goed R-katholiek bent, ook zéér stichtelijk.  

Vóórdat de Spanjaarden in precies 1500 voet aan land zetten, werd er door de lokale bevolking reeds zout gewonnen in dagbouw bij Zipaquirá. Waar de mijnen nu liggen was lang geleden zee, zoals dat gebruikelijk is bij zoutmijnen. De Spanjaarden hebben het proces "geïndustrialiseerd" en de winning aanzienlijk uitgebreid door de diepte in te gaan en de Indianen als slaven in te zetten. Als bekend traden de Spanjaarden buitengewoon bruut op en brachten tegelijkertijd vele onbekende ziektes mee waartegen de Indianen geen weerstand hadden. Na verloop van tijd was de originele bevolking nagenoeg uitgeroeid dan wel aan ziektes gestorven en werden slaven uit Afrika ingevoerd. Het bekende verhaal helaas.

De zoutwinning heeft vervolgens van Zipaquirá een van de belangrijkste steden van Colombia gemaakt. Tot tegen het eind van de 20e eeuw de winning niet meer rendabel was en ze er een 100% religieuze en toeristische trekpleister van hebben gemaakt.

Als je binnen komt, begint het met een Kruisweg, alle 14 staties worden verhaald en hebben hun eigen uitgehouwen rotskapel, als gezegd, héél stichtelijk. Vervolgens daal je af naar 3 enorme hallen die de "kathedraal" vormen. Omdat alles met kunstlicht moet worden verlicht en daar tegenwoordig mooie effecten mee gerealiseerd kunnen worden, komt het allemaal nog indrukwekkender over dan het al is. Het is allemaal zéér ruim en overweldigend, vrij donker ook.

Hier en daar zie je hele wanden van wit zout, puur zout (NaCl), en op andere plaatsen weer alles marmer grotendeels ook in vrij zuivere vorm (= calciumcarbonaat ofwel CaCo3). Door het marmer is het mogelijk de schachten vrij groot en hoog te maken. Ik heb geprobeerd enige foto's te maken, nauwelijks gelukt. Dus ik kopieer er ook een paar van Internet. 

Het stadje Zipaquirá is ook de moeite waard om te bezoeken. Vooral het dorpsplein heeft een aantal authentieke gebouwen, zoals de kathedraal (de echte, in een diocees is er maar één kathedraal, daar waar de bisschop zijn katheder heeft) op het centrale plein, het stadhuis en een aantal herbergen/restaurants/woonhuizen rondom dit plein met balkons langs de gehele gevel allemaal in nogal koloniale stijl.   

Kortom, leuk dagje uit geweest, alles met de bus gedaan vanuit Bogotá. Je bent wel 2 uur heen en 2 uur terug onderweg.

Groet