Zondag 16 januari 2022
Alweer meer dan een week geleden dat ik een nieuwe bijdrage schreef. Wij doen het rustig aan en hebben de afgelopen week op ons gemak een paar mooie tochten gemaakt naast diverse stadswandelingen en gewoon zomaar een beetje hier zijn, genieten van je eigen aanwezigheid en die van alle anderen.
Zo waren we vorige week zondag (9/1) naar Pikillaqta ("vlooienstad" betekent dit in Qechua) gegaan. Een pre-Inca dorp, stad beter gezegd, met een heuse Vinexwijk avant la lettre. In sommige delen allemaal exact dezelfde huisjes, keurig in een rijtje met hier en daar een klein pleintje er tussen en kennelijk openbare gebouwen. Gebouwd door de Wari tussen 600 en 900 AD, aanmerkelijk ouder dan de Inca-cultuur dus. Op een oppervlakte van zo'n 50 hectare. Zéér indrukwekkend en we hadden prachtig weer en maar weinig mensen die zich de moeite getroostten om daar een kijkje te gaan nemen.
Afgelopen dinsdag (11/1) in Ollantaytambo, een stad op zo'n 72 km ten noordwesten van Cusco, gelegen in de Valle Sagrado, de heilige vallei langs de rivier Urubamba waar vooral de Inca-cultuur in korte tijd (paar 100 jaar) tot grote bloei kwam. Hier is een station vanwaar treinen rijden naar Machu Picchu. Er kunnen ook treinen rijden ineens van Cusco via Ollantaytambo naar Machu Picchu, maar om (voor mij tot nog toe) onverklaarbare reden rijden die momenteel nauwelijks of niet. Dus per bus (mooie rit overigens) naar Ollantaytambo. Stad vooral met hotels, hostals, marktkramen, cafés, restaurants, enz. Maar ook met zeer nauwe steegjes en prachtige doorkijkjes. Er is een "Inca-fort" tegen de bergen aangebouwd. Het was eigenlijk vooral de plaats van waaruit Manco Inca Yupanqui de weerstand tegen de Spaanse conquistadores leidde en daarom "fort" genoemd wordt. Dat was het niet, het was een plaats die vóór de komst van de Spanjaarden door de Inca's veroverd is en omgebouwd werd tot een typische Inca-stad met irrigatiekanalen en terrassen. Zo staat er een gebouw waar water doorheen loopt. Al gauw omgedoopt tot "Templo del Agua" (volgens een gids die ik afluisterde). Volgens mij was het gewoon een was- of badplaats. Die benamingen hoor ik dan van gidsen die rondleidingen verzorgen. Doet het natuurlijk beter: "Templo", maar ik geloof niet dat die mensen destijds daar de hele dag met religie bezig waren, die leefden daar gewoon. Evengoed een mooi uitgebreid complex.
Donderdag (13/1) een stevige wandeling door de velden gemaakt van Maras (bij de stad Urubamba) naar de Salineras de Maras, de zoutvijvers en vandaar door naar Tarabamba. De meeste kilometers gelukkig naar beneden maar weer niet al te steil. De zoutvijvers, duizenden van een 10-20 m2 per stuk, worden gevoed door een zoutwaterrivier. Het betreft zout waaraan van nature jodium is toegevoegd. Helaas mag je de vijvertjes alleen maar zien, niet er in of zoiets. Wij hadden er graag onze voeten in gestoken. Allemaal verboden vanwege de pandemie.
En vrijdag en zaterdag (14+15/1) naar Machu Picchu. Er zijn vele mogelijkheden om daar te komen. De meest tot de verbeelding sprekende is natuurlijk de "Inca-trail" liefst die van 4 of beter nog 5 dagen over de bergkammen. In het goede seizoen, mei t/m augustus, heel goed te doen terwijl april eigenlijk de voorkeur geniet omdat het dan nog niet druk is en het weer vrij redelijk tot goed is. Januari is zo ongeveer wel de slechtste maand: regen, mist, koud, en 's nachts met pech vorst.Kamperen en in een slaapzakje, niks voor ons. In februari is de trail gesloten vanwege het slechte weer (regenseizoen januari februari) en om onderhoud te plegen. Wij hebben dus de bus en de trein genomen, en één nacht hotelletje in Aguas Calientes, een dorp min of meer onder Machu Picchu gelegen. Met de bus dus van Cusco naar Ollantaytambo en dan met de trein naar Aguas Calientes. Mooi ritje. Er is geen autoweg naar Aguas Calientes, de bussen en auto's die er rijden zijn per trein aangevoerd.
Machu Picchu is met recht een wereldwonder. Het is vooral verbazingwekkend hoe de Inca's destijds, uiteraard met hulp van vele onderworpenen (slaafgemaakten kun je zeggen), deze geweldige stad boven op die berg gebouwd hebben. Een deel is een vlakte die door vulkanische werking is ontstaan en waarschijnlijk zo tot de verbeelding sprak dat iemand dacht: mooie plek om een stad te bouwen. Volgens een gids (die ik afluisterde) hebben er nooit veel meer dan zo'n 750 mensen gewoond. De stad ligt hoog ten opzichte van de omgeving, maar niet in absolute zin: 2500 m. Cusco bijvoorbeeld ligt op 3400 m. De site zou ontdekt zijn door Hiram Bingham in 1911, maar dat klopt niet. Lokalen kenden en gebruikten delen ervan al lang voordat Bingham de lokatie beschreef. Zij gaven er echter geen ruchtbaarheid aan en de Spaanse conquistadores hebben er (gelukkig) nooit van geweten. Anders hadden ze er ongetwijfeld verwoestingen aangericht en er een kerk en een klooster gebouwd.
En zo kwamen wij gisteravond laat terug van een buitengewoon mooie bus- en treintocht. Ik zal proberen wat foto's te uploaden, maar dat valt niet altijd mee.
Morgen (17/1) gaan wij verder naar Puno aan het Titicaca-meer, 4000 m hoog op de grens met Bolivia.
Groet, Carel & Andrea.
Prachtige beelden en weer genoeg beleefd. Sowieso meer dan ik, maar dat is al gauw. Haha.
Liefs agnes
Groet, Carel
Evengoed een goede indruk gekregen en het is inderdaad een overweldigend cultuurmonument.
Groet, Carel
Groet inmiddels uit Puno, in het zuiden van Perú, Carel